Afsluiting

  1. De eend en de gans
    Bij dit spel zitten alle leerlingen in een kring en is er één loper. Deze leerling moet om de kring heen lopen en hierbij de andere leerlingen aantikken. Tijdens het aantikken, moet de loper bij iedereen ‘eend’ zeggen. Op een bepaald moment moet de loper echter bij iemand ‘gans’ zeggen. Deze gans moet de loper vervolgens gaan tikken voordat de loper helemaal rond de kring kan rennen en de plaats van de gans kan innemen. Als de loper wordt getikt, dan moet de loper nogmaals lopen, anders is de gans de nieuwe loper.