Twee fases in de basisschoolleeftijd

In fase 1, de leeftijd tot en met 7 jaar, worden de structuren in de hersenen voor 95% van de totale hoeveelheid vastgelegd. Na de geboorte heeft het lichaam een enorme hoeveelheid verbindingen in de hersenen aangemaakt. Al deze verbindingen zijn niet per se noodzakelijk. De verbindingen die in actie komen, door waar te nemen met ogen, oren, tastzin, reuk en bewegingssensoren blijven als verbindingen tussen hersencellen bestaan en worden verankerd. Alle niet gebruikte verbindingen verdwijnen. Het zogenoemde pruning; het verliezen van overbodige verbindingen tussen zenuwcellen. In deze periode kunnen alle kinderen hetzelfde bewegingsniveau behalen op de fundamentele bewegingsvaardigheden, de Fundamental Movement Skills (FMS). Voor optimale ontwikkeling van de hersenen geldt dat de omgeving uitdagend/inspirerend moet zijn, er zal gelegenheid moeten zijn om te experimenteren en kinderen hebben aanmoediging nodig in het blijven proberen.

In fase 1 kennen de hersenen verschillende momenten waarop zij een extra ontwikkelingssprong kunnen maken. De zogenoemde sensitieve perioden. In een sensitieve periode vindt het verbeteren van hersenverbindingen, die bij die vaardigheid/beweging horen, gemakkelijk en snel plaats. Het is de kunst om die momenten te herkennen en te benutten. Mocht een beweging hier niet worden gevormd, dan kan het later nog, maar kost dat meer tijd en meer moeite om tot hetzelfde resultaat te komen.

In fase 2, die van 8 tot en met 11 jaar, wordt op het reeds gelegde neurale fundament, de ontwikkeling doorgezet. In fase 2 zijn de hersenen juist extra geschikt om verschillende Fundamental Motor Skills te combineren. Zo worden de basisvaardigheden van allerlei sporten eenvoudig en snel geleerd. In deze periode dient naar een brede motorische ontwikkeling te worden gestreefd. Bijvoorbeeld als een kind op voetbal gaat -oog-voet coördinatie-, dan zou tegelijkertijd een activiteit gekozen moeten worden waarbij oog-hand coördinatie wordt geprikkeld (tennis, tafeltennis, frisbee, kaatsen). Deze periode wordt in de literatuur omschreven als de ‘eerste gouden periode’ voor ontwikkelen van sportspecifieke bewegingsvormen. Onze opdracht is om die zo goed mogelijk te benutten.

Deze brede basis van motorische sportvaardigheden maakt dat mensen in staat zijn om na het 35e levensjaar snel en eenvoudig deel kunnen nemen aan nieuwe bewegingsvaardigheden. Immers na 20 jaar voetballen en basketballen wordt het tijd voor tennis, golf of wielrennen om de conditie op peil te houden. Hoe prachtig is het dat je handig genoeg bent om de nieuwe sport te kunnen leren. SmartMovingKids gaat dus over fit en gezond door het leven. Om dat te realiseren moet er tot het 11e levensjaar slim worden gewerkt. Nieuwsgierig? Lees hier verder: Een leven lang bewegen wordt voor het achtste levensjaar bepaald.